“Wensvader-mentoren”

Hallo allemaal,

Onze vorige blog eindigde met het begin van deze website wensvadersnederland.nl. Stukje bij beetje kreeg deze vorm, en langzaamaan schreven we onze ervaringen van de afgelopen maanden op, met terugwerkende kracht dus. Tegelijkertijd vertelden we nog steeds ons verhaal en op-zoek-zijn naar een draagmoeder, aan ieder die het wilde weten in onze directe omgeving. Het voelde goed om actiever bezig te zijn met onze kinderwens en erover te praten. Het voelde op dat moment ook alsof we alles deden wat in onze macht lag, om een draagmoeder te vinden: we zochten in onze eigen kring door er openlijk over te vertellen en we hoopten vrouwen buiten onze directe omgeving te bereiken door een openbare blog. Wie weet is er wel ergens een vrouw in Nederland die draagmoederschap overweegt en via Google op zoek gaat naar wensvaders… Je weet tenslotte maar nooit.

Toch merkten we na verloop van tijd dat er weinig vooruitgang zat in onze situatie op deze manier. Het bleef bij vertellen, luisterende en begripvolle familieleden en vrienden, maar geen concrete stappen vooruit. Ook onze site, waarbij we hadden gekozen om bij het vertellen bij het prille begin te beginnen (en dus onze keuze voor draagmoederschap nog ver weg), zette nog geen zoden aan de dijk. Langzaam maakte het beruste gevoel dat we in eerste instantie hadden (“we doen alles wat binnen onze macht ligt”) plaats voor een gevoel van onrust: het schiet niet op, wordt het zo wel wat?

Ongeveer op datzelfde moment, alsof het zo moest zijn, was Milan op een congres in Tsjechië en sprak daar een Nederlandse collega, Kim. Ook hij is homoseksueel en heeft met zijn man een kinderwens. Ze zaten midden in een adoptie traject en Kim vertelde volop hierover. Toen hij hoorde over ons verhaal, waarbij wij dus juist hebben gekozen voor draagmoederschap, vertelde hij over twee mannen die hij kende via Facebook, Michel & Eise. Kim vertelde dat zij inmiddels een dochtertje (Sanne) hebben met de hulp van een draagmoeder en dat zij echte “pioniers” zijn op dit vlak, die graag anderen op weg helpen met tips.

Na thuiskomst en overleg met Pieter, begonnen we met het lezen van hun website. Michel & Eise hebben een lieve dochter gekregen dankzij de hulp van een draagmoeder die zij via internet hebben gevonden. Maar om dat te bereiken, hebben zij heel wat tegenslagen te voortduren gehad. Michel & Eise zijn in hun blog altijd heel erg open geweest over hun ervaringen en dat vinden wij heel bewonderingswaardig. Pieter had hun blogs in de avonduren van voor tot achter doorgelezen. Dat kosten nogal wat avondjes, want hun wekelijkse blog stond er voor het eerst in 2014 op! “Wat staat ons nog allemaal te wachten?” dachten wij bij het lezen van hun blogs. Op 15 juli 2016 was Sanne dan geboren.

We besloten de stoute schoenen aan te trekken en Michel & Eise te gaan mailen om uiteindelijk te vragen of ze met ons zouden willen afspreken. Natuurlijk hadden we al veel uit de blogs gelezen, maar door met elkaar in gesprek te gaan, hoopten we toch net dat beetje extra te weten te komen. Al snel hadden we antwoord terug op ons eerste mailtje en na wat heen-en-weer mailen, spraken we af bij hen thuis.

Na een paar weken was het zover en zaten we in de auto onderweg naar Michel & Eise. Natuurlijk weer spannend! We belden aan en Eise maakte vriendelijk de deur open. Het was een mooie dag en we konden buiten aan de koffie met stroopwafel. Sanne lag nog te slapen, maar al snel hoorden we wat geluidjes en ging Michel Sanne uit bed halen. Daar was ze dan! Met de slaap nog in haar oogjes en een tikkeltje chagrijnig… Hihi!
Michel moest helaas naar zijn werk, Sanne deed haar ding en wij konden ons vragenvuur openen op Eise. We zaten met open mond te luisteren naar wat Eise te vertellen had. Voordat Sanne geboren werd, waren ze al meer dan vijf jaar met hun kinderwens bezig! Hun eerste potentiële draagmoeder was een goede vriendin die alleen wou dragen met hoogtechnologisch draagmoederschap (en dus een eiceldonor). Toen Michel & Eise ontdekten dat zo’n IVF-traject in Nederland niet wordt verricht bij draagmoeders in combinatie met een mannenstel, waren ze geschokt. Met een advocate in de arm (de bekende Wilma Eusman) zijn zij een rechtszaak gestart, die uiteindelijk eindigde bij een teleurstellende uitspraak door het Hof voor de Rechten van de Mens. Een buitenlands IVF-proces was een brug te ver voor hun vriendin en plots stonden Michel & Eise weer met lege handen.
Via het internet zijn ze daarna in contact gekomen met veel verschillende vrouwen die zeiden draagmoeder voor hen te willen zijn. Daarvan hebben ze er ook veel ontmoet, maar telkens was het ’t toch niet. Ze hadden de verkeerde beweegredenen (o.a. geld) of waren uiteindelijk toch niet te vertrouwen. Ook is op het laatst iemand plots teruggekrabbeld, waardoor ze even alles stop hadden gezet, de wanhoop was hen nabij. Maar gelukkig was daar toen die ene topvrouw die hen al een tijdje volgde op hun blog en hen uiteindelijk uit het diepe dal heeft getrokken met Sanne als prachtig resultaat.

Al met al een hele zware reis voor Michel & Eise dus. We waren ervan onder de indruk, maar voelden ons tegelijkertijd een beetje huiverig voor wat ons nog allemaal te wachten staat… Op weg terug in de auto waren we vooral dankbaar voor de openheid en gastvrijheid van Michel & Eise. Met enkele goede tips op zak reden we huiswaarts.

Over deze tips vertellen we in onze volgende blog meer…

groet M & P

Michel & Eise vinden het geen probleem dat hun naam en die van Sanne wordt genoemd in onze blog. De naam Kim is gefingeerd.

Knopen doorhakken

De eerste weken na de Meer Dan Gewenst bijeenkomst waren moeilijk. We dachten allebei veel na over de informatie die we hadden gehoord. Het moest een plaatsje krijgen en dat afwegen kost tijd. Het was geregeld onderwerp van gesprek aan de ontbijttafel, tijdens het avondeten, voor het slapen gaan.

Al snel waren co-ouderschap en pleegouderschap uit ons hoofd, dit waren niet de methodes die we wilden gebruiken. Een kind voor onszelf, zonder deze te hoeven delen of af te staan, was ons uitgangspunt.
De keuze tussen de twee resterende opties, draagmoederschap en adoptie, was moeilijker. We maakten lijstjes met voor- en nadelen, zochten op internet naar aanvullende informatie, en vooral: door het verstrijken van de tijd en met elkaar erover blijven praten, namen we uiteindelijk een besluit. We kozen vol overtuiging voor draagmoederschap.

Adoptie zou een alternatieve optie blijven voor de toekomst. Voor dat moment leek adoptie ons niet alleen duur en onzeker, we hadden ook moeite met de gedachte een kind te krijgen waarvan we niet van tevoren weten wat deze al heeft meegemaakt en waarom deze is afgestaan.

Meteen na deze keuze voor draagmoederschap kwam een volgend dilemma: hoe beginnen we hieraan? Waar beginnen we? Zoals we al hadden verteld, hadden we geen persoon in onze eigen omgeving op het oog, die we hiervoor zouden kunnen vragen. Hoe doe je het dan? Tijdens de Meer Dan Gewenst bijeenkomst hadden we gehoord dat het vinden van een draagmoeder buiten de eigen kring ontzettend moeilijk is. Dat het de grootste kans van slagen heeft om in je eigen kring te zoeken. We besloten dan ook in onze omgeving te starten. Opener en directer te worden richting familie, vrienden en collega’s over onze kinderwens, onze zoektocht naar een draagmoeder. Wie weet komt ons verhaal zo via-via bij een vrouw terecht die ons wil helpen. En wie weet zet het zelfs een bekende van ons aan het denken.

Het vertellen van onze keuze begon bij onze directe familie: ouders, Milan’s zus, Pieter’s broer. Snel daarna volgde de rest van onze families, onze beste vrienden. In de loop van de tijd kwam het onderwerp ook aan de orde tijdens etentjes met kennissen, tijdens de lunch met collega’s. Het had allemaal tijd nodig, want dit onderwerp snijd je toch ook niet zomaar aan. Het komt toch vaak pas ter sprake als mensen ernaar vragen of het gesprek al gaat over kinderen, de toekomst, onze relatie.

Het voelde goed om erover te praten, onze plannen te delen, open te zijn en mensen deelgenoot te maken. Tegelijkertijd was elk gesprek ook weer moeilijk. Telkens weer spreek je je diepgewortelde wens uit en noem je in één adem alle dilemma’s, moeilijkheden en onzekerheid voor de toekomst. Informatie waar degene met wie je praat ook niet veel meer mee kan, dan doorvragen, meeleven en beamen dat het moeilijk is.

Het was opvallend voor ons om in deze gesprekken te merken dat onze informatie over draagmoederschap en adoptie letterlijk voor iedereen nieuw was, ook voor nagenoeg al onze homo-vrienden. Onze informatie over het doolhof van regels, de wettelijke en medische beperkingen bij draagmoederschap in Nederland, de kosten. Van de ene kant logisch (wij wisten zelf tenslotte in eerste instantie hier ook weinig over), van de andere kant toch ook opvallend dat dit soort informatie nog zo weinig bekendheid heeft in Nederland. 

Naast het rondvertellen in onze omgeving, dachten we toch ook na over het vinden van een draagmoeder hier buiten. We vroegen ons af hoe we onszelf vindbaar konden maken voor het geval een geïnteresseerde vrouw op zoek zou gaan naar twee wensouders. Stel nou dat een vrouw aan de andere kant van het land op zoek gaat naar ons? Hoe vindt ze ons dan? Het antwoord was er snel: we moeten onszelf vindbaar maken op internet! 

Maarja, het internet, het openbare www… En dat terwijl openlijk zoeken naar een draagmoeder in Nederland niet is toegestaan. In hoeverre is zoiets dan wel legaal? Inmiddels hadden we al wel gezien dat op internet verschillende blogs circuleren van wensvaders (denk aan wenspapa.nl) en draagmoeders (denk aan logeerbuik.wordpress.com). Waarom wij dan niet?

We besloten een blog te starten waarin we onze zoektocht naar een kind centraal stellen. Dat we daarvoor een draagmoeder nodig hebben, komt dan zijdelings ter sprake en is geen “directe advertentie” naar een draagmoeder. Bovendien kozen we ervoor om onze eigen namen te fingeren. Hoewel we open wilden zijn over alle details, vonden we het ook wel erg prettig dat we niet met deze (persoonlijke) informatie vindbaar zijn op internet als je op onze eigen namen zoekt. Hierbij speelt onder andere een rol dat we allebei in de medische sector werken en het niet nodig vinden dat een patiënt ons op deze manier op het internet terugvindt.

Onze blog WENSVADERS was geboren! En op 22 april 2017 plaatsten we onze eerste blog. Het begin van onze échte zoektocht naar een draagmoeder, naar een kind!

tot een volgende,
Milan & Pieter

Meer Dan Gewenst – deel 2

In onze vorige blog las je over het eerste deel van de Meer Dan Gewenst bijeenkomst, waarin sprekers vertelden over draagmoederschap, co-ouderschap en de juridische aspecten. Het was tijd voor pauze en we zagen de mogelijkheid om Wilma Eusman (de advocate) te spreken. Uit haar presentatie bleek dat zij de advocate is die vrijwel alle homostellen juridisch bijstaat, die hun kinderwens vervullen door middel van draagmoederschap. We vroegen haar hoe deze koppels aan een draagmoeder gekomen waren, waarop ze antwoordde dat dit inderdaad het meest lastige aspect is. “Als er niemand uit je eigen kring bereid is om je te helpen, dan is de kans erg klein dat je iemand gaat vinden.” zei ze ons. Dit was juist precies NIET wat we wilden horen. Wij hebben namelijk juist niemand uit onze eigen kring op het oog die dit mogelijk zou kunnen/willen doen. De meeste vriendinnen of familieleden van ons hebben net hun eerste kind of eerste zwangerschap, of hebben nog geen kinderen. Dit maakt ze daardoor (hoogstwaarschijnlijk) niet geschikt om ons te helpen als draagmoeder. Vrouwen die dit doen hebben in de meeste gevallen een “compleet” gezin en hebben dus hun eigen kinderwens al vervuld. “Toch maar adoptie dan??” zeiden we tegen elkaar toen we weer op onze plek gingen zitten voor het vervolg van de bijeenkomst.

We hoorden als eerste een ervaringsverhaal van een stel dat een kindje uit de VS heeft geadopteerd. Ze zijn nu erg gelukkig met hun gezinnetje, maar zijn door een erg ingewikkeld traject gegaan. Inderdaad, allerlei dingen die we eerder over adoptie hadden gehoord, werden bevestigd: lang proces, duur, emotioneel, veel bureaucratie, allerlei cursussen, etc. Je kunt als homostel ook maar in vier verschillende landen terecht voor adoptie: Nederland, VS, Zuid-Afrika en Portugal. “Nederland?! Dat zou mooi zijn.” dachten we. We hoorden dat het probleem in Nederland (net als Zuid-Afrika en Portugal) is, dat het een relatief kleine land is, en er dus “weinig” baby’s ter adoptie worden afgestaan. Daarbovenop is het in Nederland vaak in pleeggezin-verband, met het oog op een terugplaatsing van het kindje in zijn/haar oorspronkelijke gezin. Zoiets vinden we niet bij onszelf passen, wij zijn echt op zoek naar een eigen gezinnetje, zonder dat dit in de toekomst weer uit elkaar wordt getrokken. De VS blijft dan dus voor de meeste stellen over. Hier zijn een aantal grote adoptiebureaus. Tijdens de verschillende bijeenkomsten en in verschillende bronnen vliegen ons telkens forse bedragen om de oren die mensen kwijt zijn voor adoptie, variërend van 60.000 tot 120.000 euro. “Wat een geld!” Dan kun je beter voor hoogtechnologisch draagmoederschap in Canada kiezen, dan ben je “sneller en goedkoper” uit, zoals Dennis en Lody hebben gedaan. Maar ja, dan moet je wel iemand bereid zien te vinden. En een eiceldonor vinden… En moet alles lukken! Aan de andere kant lijkt het overigens ook zo te zijn dat je voor niet heel veel meer geld dan adoptie ook voor commercieel draagmoederschap zou kunnen kiezen in Canada of de VS.

Vervolgens hadden we de keuze om verschillende kringgesprekken bij te wonen over co-ouderschap, draagmoederschap en adoptie: op een informele manier vragen stellen en discussies voeren met ervaringsdeskundigen en elkaar. We wisten even niet meer welke we moesten kiezen, want eigenlijk leken op dat moment alle opties een relatief kleine kans van slagen te hebben. We besloten aan te sluiten bij de sessie over draagmoederschap. Bij deze sessie zaten Pauline en een homostel die we nog niet eerder hadden gehoord tijdens de bijeenkomst. Hun verhaal greep ons ook erg aan. De mannen waren lang bezig geweest met hun zoektocht en hadden initieel gekozen voor adoptie. Ze waren al redelijk vergevorderd hierbij, maar toch viel dit hen erg zwaar door allerlei tegenslagen. Uiteindelijk kon een goede vriendin van hen de pijn niet langer aanzien en heeft zichzelf opgeworpen om hun kindje te dragen. Dit hebben ook zij in de VS of Canada laten uitvoeren door middel van IVF (hoogtechnologisch). Zij hebben zelfs een “cocktail” gemaakt van hun zaadcellen en het lot laten bepalen wie de vader zou worden. Uiteindelijk hebben ze voor het erkennen van het juridisch ouderschap toch een DNA-test moeten uitvoeren om erachter te komen wie de biologische vader is. Uit dit gesprek kwam opnieuw naar voren dat het toch de meeste kans van slagen heeft om een draagmoeder uit eigen kring te vinden. Een ander stel dat ook in de kring zat (van rond onze leeftijd of zelfs jonger!) vertelde dat zij ook een vriendin hadden die het eventueel wilde doen voor hen. Zij hadden al allerlei concrete, praktische vragen. Dit maakte ons eerlijk gezegd nogal jaloers en onzeker over of dit ons überhaupt ooit zal gaan lukken. Het kringgesprek zette ons ook aan het denken: “Moet je perse eerst door een hel gaan voordat er iemand bereid is je te helpen?” Maar ja, je mag van geluk spreken dat er dan uiteindelijk iemand helpt…

Toen de bijeenkomst was afgelopen, kon er nog nageborreld worden. Op zich een gezellig idee, maar we voelden ons allebei niet echt in de stemming om nog even te gaan napraten met andere mensen over de vele teleurstellingen die we die dag te horen hadden gekregen. We besloten langzaam af te druipen, onze biezen te pakken en naar huis te gaan. De stemming in de auto op de terugweg was heel anders dan op de heenweg. Op de heenweg waren we nog in positieve spanning, nu hing er een negatieve sfeer. We realiseerden ons eens te meer hoe ingewikkeld alles gaat zijn en dat we ook echt nog “wensvader-broekies” zijn. Wat staat ons nog allemaal te wachten? “Als andere mensen het lukt, moet het ons toch ook lukken?” probeerde Pieter Milan op te peppen. Maar ja, hoe dan? Wij zien op dit moment niemand die bereid is dit te gaan doen voor ons. Wat moeten we dan? Toch weer meer naar adoptie kijken? Of…?