In onze vorige blog las je over het eerste deel van de Meer Dan Gewenst bijeenkomst, waarin sprekers vertelden over draagmoederschap, co-ouderschap en de juridische aspecten. Het was tijd voor pauze en we zagen de mogelijkheid om Wilma Eusman (de advocate) te spreken. Uit haar presentatie bleek dat zij de advocate is die vrijwel alle homostellen juridisch bijstaat, die hun kinderwens vervullen door middel van draagmoederschap. We vroegen haar hoe deze koppels aan een draagmoeder gekomen waren, waarop ze antwoordde dat dit inderdaad het meest lastige aspect is. “Als er niemand uit je eigen kring bereid is om je te helpen, dan is de kans erg klein dat je iemand gaat vinden.” zei ze ons. Dit was juist precies NIET wat we wilden horen. Wij hebben namelijk juist niemand uit onze eigen kring op het oog die dit mogelijk zou kunnen/willen doen. De meeste vriendinnen of familieleden van ons hebben net hun eerste kind of eerste zwangerschap, of hebben nog geen kinderen. Dit maakt ze daardoor (hoogstwaarschijnlijk) niet geschikt om ons te helpen als draagmoeder. Vrouwen die dit doen hebben in de meeste gevallen een “compleet” gezin en hebben dus hun eigen kinderwens al vervuld. “Toch maar adoptie dan??” zeiden we tegen elkaar toen we weer op onze plek gingen zitten voor het vervolg van de bijeenkomst.
We hoorden als eerste een ervaringsverhaal van een stel dat een kindje uit de VS heeft geadopteerd. Ze zijn nu erg gelukkig met hun gezinnetje, maar zijn door een erg ingewikkeld traject gegaan. Inderdaad, allerlei dingen die we eerder over adoptie hadden gehoord, werden bevestigd: lang proces, duur, emotioneel, veel bureaucratie, allerlei cursussen, etc. Je kunt als homostel ook maar in vier verschillende landen terecht voor adoptie: Nederland, VS, Zuid-Afrika en Portugal. “Nederland?! Dat zou mooi zijn.” dachten we. We hoorden dat het probleem in Nederland (net als Zuid-Afrika en Portugal) is, dat het een relatief kleine land is, en er dus “weinig” baby’s ter adoptie worden afgestaan. Daarbovenop is het in Nederland vaak in pleeggezin-verband, met het oog op een terugplaatsing van het kindje in zijn/haar oorspronkelijke gezin. Zoiets vinden we niet bij onszelf passen, wij zijn echt op zoek naar een eigen gezinnetje, zonder dat dit in de toekomst weer uit elkaar wordt getrokken. De VS blijft dan dus voor de meeste stellen over. Hier zijn een aantal grote adoptiebureaus. Tijdens de verschillende bijeenkomsten en in verschillende bronnen vliegen ons telkens forse bedragen om de oren die mensen kwijt zijn voor adoptie, variërend van 60.000 tot 120.000 euro. “Wat een geld!” Dan kun je beter voor hoogtechnologisch draagmoederschap in Canada kiezen, dan ben je “sneller en goedkoper” uit, zoals Dennis en Lody hebben gedaan. Maar ja, dan moet je wel iemand bereid zien te vinden. En een eiceldonor vinden… En moet alles lukken! Aan de andere kant lijkt het overigens ook zo te zijn dat je voor niet heel veel meer geld dan adoptie ook voor commercieel draagmoederschap zou kunnen kiezen in Canada of de VS.
Vervolgens hadden we de keuze om verschillende kringgesprekken bij te wonen over co-ouderschap, draagmoederschap en adoptie: op een informele manier vragen stellen en discussies voeren met ervaringsdeskundigen en elkaar. We wisten even niet meer welke we moesten kiezen, want eigenlijk leken op dat moment alle opties een relatief kleine kans van slagen te hebben. We besloten aan te sluiten bij de sessie over draagmoederschap. Bij deze sessie zaten Pauline en een homostel die we nog niet eerder hadden gehoord tijdens de bijeenkomst. Hun verhaal greep ons ook erg aan. De mannen waren lang bezig geweest met hun zoektocht en hadden initieel gekozen voor adoptie. Ze waren al redelijk vergevorderd hierbij, maar toch viel dit hen erg zwaar door allerlei tegenslagen. Uiteindelijk kon een goede vriendin van hen de pijn niet langer aanzien en heeft zichzelf opgeworpen om hun kindje te dragen. Dit hebben ook zij in de VS of Canada laten uitvoeren door middel van IVF (hoogtechnologisch). Zij hebben zelfs een “cocktail” gemaakt van hun zaadcellen en het lot laten bepalen wie de vader zou worden. Uiteindelijk hebben ze voor het erkennen van het juridisch ouderschap toch een DNA-test moeten uitvoeren om erachter te komen wie de biologische vader is. Uit dit gesprek kwam opnieuw naar voren dat het toch de meeste kans van slagen heeft om een draagmoeder uit eigen kring te vinden. Een ander stel dat ook in de kring zat (van rond onze leeftijd of zelfs jonger!) vertelde dat zij ook een vriendin hadden die het eventueel wilde doen voor hen. Zij hadden al allerlei concrete, praktische vragen. Dit maakte ons eerlijk gezegd nogal jaloers en onzeker over of dit ons überhaupt ooit zal gaan lukken. Het kringgesprek zette ons ook aan het denken: “Moet je perse eerst door een hel gaan voordat er iemand bereid is je te helpen?” Maar ja, je mag van geluk spreken dat er dan uiteindelijk iemand helpt…
Toen de bijeenkomst was afgelopen, kon er nog nageborreld worden. Op zich een gezellig idee, maar we voelden ons allebei niet echt in de stemming om nog even te gaan napraten met andere mensen over de vele teleurstellingen die we die dag te horen hadden gekregen. We besloten langzaam af te druipen, onze biezen te pakken en naar huis te gaan. De stemming in de auto op de terugweg was heel anders dan op de heenweg. Op de heenweg waren we nog in positieve spanning, nu hing er een negatieve sfeer. We realiseerden ons eens te meer hoe ingewikkeld alles gaat zijn en dat we ook echt nog “wensvader-broekies” zijn. Wat staat ons nog allemaal te wachten? “Als andere mensen het lukt, moet het ons toch ook lukken?” probeerde Pieter Milan op te peppen. Maar ja, hoe dan? Wij zien op dit moment niemand die bereid is dit te gaan doen voor ons. Wat moeten we dan? Toch weer meer naar adoptie kijken? Of…?