Verwijsbrief

In de vorige blog hadden we verteld dat Loes toch openstond voor een gesprek met de fertiliteitsgynaecoloog David. Ze had nog wel een negatief gevoel over Clomid, maar wij hoopten dat David die zorgen enigszins zou kunnen wegnemen. Omdat wij David ook maar via via kenden, wilden we hem niet teveel in zijn vrije tijd storen en dachten we ons traject met hem het beste verder via de officiële weg te kunnen gaan bewandelen. Dit hield in dat we via een verwijzing van onze huisartsen bij hem terecht zouden kunnen. Het was natuurlijk wel wat drukker in het ziekenhuis vanwege het coronavirus, maar David wilde zeker wat tijd voor ons vrijmaken. Het werd al met al wel nog even spannend of onze huisartsen hieraan mee zouden willen werken. En ook dat ze in de verwijsbrief niet al teveel informatie over onze exacte situatie zouden geven, want het woord “draagmoeder(schap)” mocht er natuurlijk absoluut niet in voorkomen en het moest ook wel lijken dat Loes met één van ons een koppel was.

De volgende dag belden wij meteen onze huisarts om het te regelen. Gelukkig vond zij het helemaal geen probleem en ze zou een verwijsbrief gaan opstellen. Bij Loes duurde het een kleine week voordat ze de tijd vond om haar huisarts te bellen. Helaas bleek toen haar huisartspraktijk weer gesloten te zijn voor een week. Op datzelfde moment kwamen er berichten binnen dat delen van Nederland weer rood aan het kleuren waren, omdat de coronabesmettingen flink opliepen. Zou het coronavirus onze kinderwens dan uiteindelijk toch in de weg gaan staan? Zolang de grenzen tussen Nederland en België niet officieel waren gesloten, waren er nog steeds allerlei mogelijkheden. Maar of Loes het risico wilde blijven nemen om voor een eventueel medisch traject naar Nederland af te reizen, werd zo wel steeds spannender…

Het was inmiddels alweer dag 19 van de cyclus van Loes en ze dacht dat de volgende dag de ovulatietest wel echt positief zou zijn. Ze stuurde hier geen foto’s meer van zoals ze dat tijdens haar vakantie ook had gedaan, dus we konden het niet met haar mee interpreteren. In de loop van de volgende ochtend was Loes bezorgd dat haar eisprong misschien al die avond daarvoor was opgetreden, aangezien de ovulatietest nu echt verre van positief was en ze wel een positieve billingtest leek te hebben toen ze naar bed ging. We probeerden haar na ons werk meteen te bellen, maar Loes kon helaas niet opnemen. We dachten in ieder geval dat het nu geen zin meer zou hebben om nog op en neer te komen, aangezien er nu al 12-24 uur was verstreken en de eicel dan niet meer in leven zou zijn. Hier baalden we natuurlijk wel van. “Maar aan de andere kant, als de ovulatietest niet positief was, zou er dan wel een echte ovulatie zijn geweest?”, vroegen we onszelf af. Later die avond appte Loes pas terug met de boodschap dat ze ons telefoontje en berichtjes had gemist omdat ze nog hard aan het werk was, maar ze dacht er in ieder geval hetzelfde over. Laat op die avond stuurde Loes nog een appje dat ze zich ten zeerste afvroeg waarom een Belgische huisarts haar zou verwijzen naar een Nederlands ziekenhuis in deze tijd van corona. Dit lazen wij pas de volgende ochtend en vonden wij eigenlijk weer een onderwerp om even over te bellen… Die dag kon Loes niet bellen, want haar schoonvader was jarig. We besloten haar daarom de volgende dag te bellen. Gelukkig had Loes toen wel tijd voor ons en we bespraken haar zorgen. Wij hadden zelf het standpunt dat wanneer er een wens is bij een patiënt om verwezen te worden naar een bepaald ziekenhuis om specifieke redenen, een huisarts dat waarschijnlijk gewoon zal respecteren, ook in coronatijden. Er heerst tenslotte overal op de wereld corona en zolang een ziekenhuis de reguliere zorg nog steeds uitvoert, dan is dat mogelijk en verantwoord, in onze ogen. 

Toen de huisartspraktijk van Loes weer open was, had ze de verwijzing gelukkig ook kunnen regelen. Het had nog wel wat voeten in de aarde, want haar huisarts vond dat er eerst al een afspraak moest staan in het ziekenhuis, voordat hij de verwijzing kon uitschrijven. Loes moest hem er dus van overtuigen dat bij een Nederlands ziekenhuis de verwijzing eerst moet, voordat er een afspraak gemaakt kan worden. De verwijsbrief moest uiteindelijk wel per reguliere post, omdat dit niet digitaal mogelijk is tussen Nederland en België. Loes moest hem zelf uit een postvak ophalen bij de huisartspraktijk en vervolgens opsturen naar het ziekenhuis.

Het daaropvolgende weekend was het oorspronkelijke plan om met z’n allen te gaan glowgolfen in Maastricht. Door alle verscherpte maatregelen vroegen we ons af hoe Loes en Hanne hier tegenaan keken. Volgens de Nederlandse regels konden we het wel door laten gaan (omdat je met vier volwassenen samen mocht komen, waarbij kinderen t/m 12 jaar niet mee telden en daar vielen hun kinderen onder). Loes en Hanne voelden zich hier toch niet zo prettig bij, want de regels in België waren een stuk strenger (waarbij ze maar drie vaste contacten per maand mochten hebben). We vonden het jammer, maar begrepen het volkomen. We moeten ook zeker niet de randjes van de regels gaan opzoeken, maar het voorkomt tegelijkertijd wel de mogelijkheid om wat luchtiger contact met elkaar te hebben. 

Het ziekenhuis probeerde ons overigens al te bellen, want men snapte niet wat we wilden, omdat ze de verwijsbrief van Loes nog niet hadden ontvangen. We legden uit dat deze onderweg was vanuit België, dus dat het iets langer zou kunnen duren. Maar het bleek dat Loes de verwijsbrief nog niet uit het postvak had gehaald en op vrijdagmiddag stond Loes voor een gesloten deur, want de huisartspraktijk bleek wéér gesloten te zijn. We deden ons best om ons geduld te bewaren en hoopten dat ze er dan maandag aan zou denken.

Toen we er maandagavond naar vroegen, bleek Loes al de hele dag op bed te liggen met een buikgriepje. “Als het morgen niet gaat lukken, haalt Hanne de brief op” zei ze. Gelukkig voelde Loes zich de volgende dag beter en kon ze de verwijsbrief zelf ophalen, en wij konden hem dan vervolgens naar het ziekenhuis versturen waar David werkt. Het was wel lichtelijk frustrerend dat er zo al gauw een kleine maand overheen was gegaan vanaf het moment dat we het over een verwijsbrief hadden gehad, tot het moment dat we deze ook daadwerkelijk konden versturen naar het ziekenhuis. Het schoot zo niet echt op…

Maar het zou allemaal nog wat meer op de lange baan geschoven gaan worden, want er waren nog maar drie plekken over bij David en die waren pas eind november 2020. Dat zou wéér een maand later betekenen vanaf dit moment. We probeerden toch David alvast te contacten. Hij liet weten dat we alvast een monitoring van een nieuwe cyclus zouden kunnen inzetten in de tussentijd, net zoals de vorige gynaecoloog waar Loes was geweest had voorgesteldWe snapten nu na Davids uitleg wel beter wat er met die “monitoring” werd bedoeld, namelijk het meten van verschillende hormoonwaarden in het bloed die het beloop van een cyclus laten zien (bijvoorbeeld of je daadwerkelijk vóór of ná het ovulatiemoment zit en of die ook daadwerkelijk is opgetreden). Maar dit monitorren bleek ook enigszins lastig te worden, want het was inmiddels dag 34 van de cyclus van Loes en de ovulatietesten waren nog steeds niet positief geworden. Loes was er wel van overtuigd dat ze in de tweede helft van haar cyclus zat en dat de ovulatietesten rond dag 19 vals-negatief waren geweest. Dit was voor ons weer een flinke domper, maar hopelijk kwam de menstruatie dan wel gauw op gang, zodat we aan die monitoring konden gaan beginnen…

Volgende blog vertellen we verder. Groetjes!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *