In onze vorige blog vertelden we dat we weer een plan moesten maken voor de inseminatie in het weekend, maar dat Loes en Hanne erg druk waren. Hierover zou Loes nog gaan overleggen met Hanne. Op zaterdagochtend appte Loes dat er een complicerende factor in het spel kwam, namelijk dat Loes zich verkouden voelde maar nog wel kon proeven, dus ze dacht niet aan corona. We belden haar meteen om erover te overleggen. Het leek op zich wel mee te vallen en we kwamen tot de conclusie dat we het beste die dag nog konden insemineren, wel natuurlijk extra rekening houdende met het op afstand blijven, omdat het de zondag slechter uitkwam voor iedereen. Loes had wel niet veel tijd, dus het zou maar een kort bezoek worden, waarbij we onze andere bespreekpunten niet zouden kunnen bespreken. We lunchten onderweg in de auto, gingen weer op tijd weg en zouden voor het avondeten thuis zijn. Onderweg richting huis kregen we bericht dat Hanne met hun hond met spoed naar de dierenarts was gegaan voor een keizersnede, waarna er vier gezonde pups geboren waren. Even later hoorden wij een gek geluid achter in onze auto dat langzaam steeds luider werd. We besloten in overleg met de ANWB te stoppen en te wachten tot er een wegenwacht kwam. Na bijna een uur wachten, kwam er iemand en bleek onze wiellager kapot te zijn. We zouden er nog net mee kunnen doorrijden tot we thuis waren, maar daarna zou de wiellager wel echt gemaakt moeten worden. Tot die tijd konden we onze auto niet meer gebruiken. Dus dit had ook directe gevolgen voor een eventuele inseminatie de volgende dag. Ook dachten we er pas later aan dat er een avondklok vanaf 21:00 uur was ingesteld en we ook moesten zorgen dat we vóór die tijd weer thuis zouden zijn. Lastig allemaal… In de avond berichtte Loes ons nog dat ze blij was dat we die dag hadden geïnsemineerd, omdat ze nu stevige buikpijn voelde. Dat zou mooi zijn, omdat we nu op dag 14 van de cyclus zaten met 100mg Clomid. We waren erg benieuwd naar de echo van de volgende dag.
Op die zondag was Loes alweer op tijd onderweg vertrokken voor de echo om 11:30 uur, deze keer bij een collega van David. We vroegen of ze na de echo meteen met ons kon bellen om een plan te smeden. Dit omdat Pieter met het openbaar vervoer richting België zou moeten afreizen als we zouden willen insemineren. Milan moest die dag werken en zou helaas niet mee kunnen gaan. Loes had echter sinds twee maanden problemen met haar telefoon en kon alleen nog maar in België bellen en was in Nederland volledig onbereikbaar. We vroegen haar ons te bellen zodra ze over de Nederland-België grens was. Rond 13:00 uur belde Pieter uiteindelijk zelf naar Loes om te vragen wat de uitslag was. Loes bleek even een powernap te doen bij een Belgisch tankstation en werd toevallig net wakker. Er waren wel weer wat aparte dingen gezien op de echo, zei ze. We hoorden nu toch meer informatie over de vorige echo die we nog niet gehoord hadden. Tijdens de vorige echo zat er namelijk rechts een follikel van 10mm en aan de linkerkant een hele kleine waar hoogstwaarschijnlijk niets mee ging gebeuren. Nu was diegene aan de rechterkant 13mm en die aan de linkerkant was ineens 14mm geworden. Dus de buikpijn die Loes voelde, had waarschijnlijk te maken met de sterke groei van de follikels. Conclusie was dat we in ieder geval niet meer die dag hoefden te insemineren en dat we voorzichtig moesten zijn om nog überhaupt deze cyclus te gaan insemineren bij de ontwikkeling van meerdere follikels, aangezien we nog steeds niet fysiek met elkaar hadden kunnen praten over een tweelingzwangerschap. De volgende echo was op woensdag ingepland, weer bij de collega van David.
De volgende ochtend berichtte Loes ons dat ze zich allemaal gingen laten testen op corona, omdat hun kinderen nu alle drie verkouden waren en hun oudste ook smaakverlies had. Ze hoopte de uitslag de volgende dag te krijgen. In de avond appte Loes of we de volgende dag weer zouden willen insemineren. We keken hier een beetje van op, want zelf waren we hier nu terughoudend in gezien de twee follikels (en dus de kans op een tweeling) en we belden Loes op om hier even over te praten. We besloten om het insemineren uit te stellen totdat we meer wisten over het daadwerkelijke aantal follikels. Ook wilden we graag dat David zelf deze volgende echo zou uitvoeren, zodat hij meteen met ons kon meedenken over het vervolg.
We berichtten David de volgende dag hierover en hij schreef dat de afspraak het beste zo kon blijven staan, maar dat hij even zou komen meekijken met zijn collega. Dat vonden we al heel fijn! Loes had het gevoel dat de rechter follikel toch weer aan het groeien was, appte ze. Ze vond dat deze medicatie de cyclus tot nu toe nog niet echt veel makkelijker of voorspelbaarder maakte. Die frustratie deelden wij met Loes, maar we hoopten dat het nu even “investeren” was voordat we de juiste draai te pakken zouden hebben. Aan het einde van de middag bleek dat gelukkig iedereen negatief was getest op corona en kon Loes de echo van de volgende dag door laten gaan.
Bij de echo op woensdag werd het verhaal alsmaar vreemder. Loes appte ons dat de follikel rechts niet meer te vinden was en de follikel aan de linkerkant nu tot 15mm was gegroeid. Degene die de echo maakte, dacht niet dat die ene onvindbare follikel gesprongen was, want dat zou je moeten kunnen zien op de echo. David was er uiteindelijk toch niet bij geweest, omdat hij nog druk was met een andere patiënt. Loes schreef dat als we het risico met meerdere follikels wilden nemen, we dan wel nog goed moesten praten over het risico op een tweelingzwangerschap. De eisprong schatte Loes zelf rond aankomende zaterdag, berichtte ze, dus dan zou donderdag of vrijdag een goed moment zijn om te insemineren. Zaterdag zou Loes dan ook weer terug moeten voor een echo, wat haar wel erg veel begon te worden, zei ze. Loes wilde er even over bellen met ons. Milan was op dat moment beschikbaar. Loes vertelde dat het allemaal erg snel was gegaan bij de echo. Voor ze het wist stond Loes weer buiten en had ze niet echt overlegd met degene die de echo maakte. Milan stelde voor om David om advies te vragen en hoopte dat we ’s avonds weer met elkaar konden bellen. David kon met ons bellen in de auto op zijn weg terug naar huis. Hierdoor had hij best uitgebreid de tijd voor ons genomen. David was blijkbaar net te laat bij de echoruimte aangekomen en toen bleek Loes al weg te zijn. David zei dat er nu daadwerkelijk maar 1 follikel was, dus dat we gerust konden gaan insemineren. We bespraken nog meer dingen met hem zoals onze zorgen of de 100mg Clomid wel echt werkte, omdat het nu alweer dag 18 van de cyclus was en de eisprong nu misschien pas rond dag 21 werd verwacht. Tijdens de eerste cyclus met 50mg Clomid was de eisprong op dag 17 geweest. En bij de tweede cyclus Clomid 50mg was deze waarschijnlijk pas rond dag 22 opgetreden. We hadden er bij deze dubbele dosis van 100mg wel wat meer van verwacht. We hadden al op internet gelezen dat er ook zoiets bestond als ongevoeligheid voor Clomid, waarbij je Clomid nog zou kunnen combineren met Metformine. Dit beaamde David, maar hij zei dat dit alles wel nóg ingewikkelder zou maken. David schetste het beeld voor ons dat bij een ideale cyclus bij Loes de kansen ongeveer 10% per cyclus zouden zijn op een zwangerschap. Hoe het nu verliep, haalden we die kans bij lange na niet. We moesten ook gaan nadenken hoe lang we dit nog wilden blijven volhouden, vond hij. De kansen waren in zijn ogen toch beperkt. We vroegen onszelf hierbij ook meteen af hoe we al deze informatie het beste met Loes konden delen. Dit omdat we ook nog steeds veel andere dingen moesten uitpraten, waaronder de kans op een tweelingzwangerschap. En er nog steeds geen gelegenheid vanuit Loes was geboden om zo’n fysiek gesprek te hebben. Voor nu besloten we Loes te bellen over het feit dat er echt maar één follikel zat en dat we daarop moesten vertrouwen. De rest zou dan toch maar weer “ophopen” tot het eerstvolgende moment dat we met Loes zouden kunnen afspreken en rustig praten.
Toen we dit Loes per telefoon vertelde, was zij erg sceptisch hierover. Ze snapte niet hoe die andere follikel dan ineens verdwenen kon zijn. Dat snapten we zelf ook niet echt, maar we wilden vertrouwen op de uitspraak van David. Bovendien snapten we niet dat Loes daar zelf niet meer over had geïnformeerd op het moment dat ze in het ziekenhuis was, als ze dit allemaal zo graag wilde begrijpen. Dat was juist een moment bij uitstek geweest om dit te vragen. Op dit moment, achteraf, moest alles immers indirect, via allerlei lijntjes. We zeiden voorzichtig dat ze misschien actiever had kunnen zeggen tegen de echoscopist dat David nog mee zou kijken en dat ze anders wel op hem had kunnen wachten. Loes zei dat ze dat op dat moment erg moeilijk vond, “wanneer er iemand met een echoprobe tussen je benen zit”. Dat begrepen we wel, maar nu zaten we wel met dit gevoel van scepticisme en frustratie, waar we voor ons gevoel nu weinig mee konden. De communicatie was nu zo ingewikkeld en indirect. Loes via ons naar David, en weer terug. We voelden steeds meer dat we het erg belangrijk vonden om echt face-to-face af te gaan spreken voordat we weer gingen insemineren om frustraties en irritaties uit te spreken, en wij stelden hiervoor de eerstvolgende vrijdagavond voor. Omdat er een avondklok was ingesteld, zouden we misschien bij hen kunnen overnachten, stelden we voorzichtig voor. Voor Loes ging dat lastig worden, antwoordde ze, omdat Loes en Hanne na de geboorte van de puppy’s om en om beneden in de woonkamer sliepen om de puppy’s in de gaten te houden. Vrijdagavond was het de beurt aan Hanne en daardoor zou er geen goede plek zijn om met elkaar te zitten. Loes ging hierover met Hanne overleggen…
Al met al voelde het steeds ongemakkelijker en onprettiger worden. Doordat er inmiddels zoveel thema’s speelden en niet werden uitgepraat, merkten we dat er aan beide kanten irritaties ontstaan waren die ook steeds verder uitgroeiden. En tja, dat versterkt dan ook weer de dingen die daarna gebeuren. En in ons ingewikkelde traject gebeurde er de laatste dagen ontzettend veel. Het gaf ons een machteloos gevoel, we zagen wat er gebeurde, bij Loes en onszelf, maar konden het niet veranderen, omdat er vooralsnog geen gelegenheid was geboden om dingen te bespreken, hoe vaak we dit ook bleven vragen. Hopelijk konden we snel de lucht gaan klaren…
Liefs, M&P.